Hoe voed je een kitten op?
Wil je een kitten opvoeden? Het is een geweldige ervaring! Dit artikel biedt waardevolle tips om je te helpen bij het grootbrengen van een gelukkige en gezonde kitten. Ontdek hoe je voor de juiste voeding, speeltijd, training en verzorging kunt zorgen zo dat jij een succesvolle start hebt met jouw nieuwe harige familielid.
Wil je een kat aanschaffen, neem dan eerst een kijkje in het asiel. Het hele jaar door hebben asiels door heel Nederland een aanbod aan katten. Dieren die op straat zijn gezet, maar ook katten waarvan het baasje gewoon niet meer voor ze kan zorgen. Iedere kat is medisch gecontroleerd, heeft geen vlooien of wormen en is gecastreerd of gesteriliseerd. Voor een asielkat moet je wel betalen, maar dat is veel goedkoper dan zelf naar de dierenarts gaan om alles te laten doen.
Kittens, kittens, kittens!
Het asiel zit vol katten van diverse leeftijden, van senior katten tot kittens. Vooral rond deze tijd van het jaar zijn het vooral de kittens die de kamers in het asiel vullen, of, omdat er niet voldoende ruimte in het asiel is, bij pleeggezinnen wonen die op vrijwillige basis de kittens – soms ook met de moederpoes – verzorgen tot ze oud genoeg zijn om geadopteerd te worden.
De basis, en dan..?
Overweeg je een kitten te adopteren, dan heb jij je vast al goed ingelezen. Welke basisspullen heb je nodig zoals een kattenbak en etensbakjes, wat eet een kitten, wanneer moet hij ingeënt worden. En er ligt vast al een vracht speeltjes klaar, want kittens hebben energie voor vijf! Je bent er dus helemaal klaar voor. Heb je die kleine stuiterbal dan eindelijk, dan is het tijd voor stap twee: het opvoeden.
Kittens hebben, net zoals kinderen, regels en grenzen nodig. Stel je die niet op tijd, dan bestaat de kans dat ze lekker hun eigen gangetje gaan. Aan het behang krabben bijvoorbeeld, in de gordijnen klimmen of overal plassen behalve op de kattenbak. Daarom moet je ze opvoeden. Daar hebben we verschillende tips en weetjes voor.
Speelgoed. Jouw vingers zijn dat niet. Het is verleidelijk ze met je vingers – of je voeten – te laten spelen. Kittens hebben kleine nagels, maar als ze eenmaal volwassen zijn hebben ze grote, scherpe nagels. Voortdurend pleisters plakken omdat ze het verschil tussen speelgoed en jouw handen niet zien is niet de bedoeling.
Klimpaal. Katten houden van klimmen, ook als ze jong zijn. Heel leuk, een kitten die via je broek naar je schouder klimt, maar het diertje ziet het verschil tussen een oude broek en je nieuwe rok of panty niet. Binnen de kortste keren heb je overal gaten in. Verbieden dus.
Negatief gedrag. Bij een wollige stuiterbal die je aandoenlijk aankijkt zie je natuurlijk makkelijk wat door de vingers als hij negatief gedrag vertoont. Niet doen! Een kat voelt dat haarfijn aan en weet na verloop van tijd hoe hij jou manipuleert in het negeren van negatief gedrag. Bestraf gedrag dat je niet tolereert, bijvoorbeeld door een zacht tikje op de neus te geven en 'nee!' te zeggen terwijl jij je vinger opheft. Na verloop van tijd is alleen een 'nee!' of zelfs alleen de opgeheven vinger voldoende om aan te geven dat de kat iets niet mag doen.
Goed gedrag. In het verlengde van verbieden van negatief gedrag ligt belonen van goed gedrag. Wat goed gedrag is? De behoefte doen op de kattenbak, de nagels krabben aan de krabpaal en verder alles waarvan jij vindt dat het goed is. Belonen kan met knuffels en lieve woordjes, maar ook met een kattensnoepje.
Kattenbak. Niet alle kittens weten wat een kattenbak is, bijvoorbeeld als ze in een boerenschuur zijn geboren en opgegroeid. Alle katten hebben echter de natuurlijke aandrang tot graven als ze moeten poepen of plassen. En dat kan op een kattenbak met voldoende grind. Plaats per kat één kattenbak. Wil je kitten ergens anders zijn behoefte doen? Zet dan eerst daar de bak neer – of een geïmproviseerde kattenbak, bijvoorbeeld van een schoenendoos met een laagje plastic en kattengrit – zodat hij leert dat kattengrit fijn is om in te graven. Zie je dat hij zijn behoefte ergens anders wil doen, til hem dan kalm en voorzicht op en zet hem op de bak. Je kan dan met je handen ook even voordoen hoe hij moet graven.
Aandacht. Hoe meer een kat wordt betrokken bij het leven in huis, des te minder aandacht gaat hij op een negatieve manier trekken – bijvoorbeeld door te sproeien in huis of te krabben aan je meubelen. Want negatieve aandacht is immers ook aandacht. Positieve aandacht kan zijn in de vorm van spelen, maar ook tegen hem praten of hem een aai geven als je langs loopt. Zeker als kitten is tenminste een uur per dag aandacht geven verstandig.
Veilige plaatsen. Katten willen zich soms graag even terug trekken als het te druk wordt. Bijvoorbeeld omdat de televisie hard aanstaat of als er bezoek is. Zorg voor voldoende veilige plaatsen, ook om te slapen. Bijvoorbeeld in een donker hoekje, achter de kachel of op een plank in de kast. Laat je kitten alle plaatsen een keer zien. Katten stellen vaak geen hoge eisen aan een slaapplaats en nemen meestal genoegen met een kussen of een kartonnen doos met een handdoek.
Bedelen. Heel lief, je kitten die stukjes kaas uit je hand eet. Maar kaas is niet goed voor een kat – het bevat te veel zout en kattendarmen kunnen niet tegen lactose – en bovendien zit je na een tijdje nooit meer rustig een boterham met kaas te eten. Zorg voor vaste plekken waar je kat eten krijgt – het bakje in de keuken bijvoorbeeld – en nergens anders.
Melk. Ken je ze, die Ot-en-Sien prenten waarop de kat een schoteltje melk van de vrouw des huizes voorgezet krijgt? Niet doen! Katten zijn lactose intolerant en krijgen diarree van melk. Wel doen: kattenmelk. Als jij je kat eens lekker wilt verwennen kun je kattenmelk in de supermarkt kopen. Dit bevat geen lactose. Op het pakje staat hoeveel melk je kat per dag mag.
Bonus: hoe maak je van een kat een schootkat. Heerlijk, een spinnende kat op schoot. Lekker relaxed, en kijk haar eens tevreden met haar buik omhoog liggen, volledig overgeleverd aan jouw kroelende handen. Maar hoe krijg jij je kat zover dat hij van knuffelen gaat houden? We geven je een paar tips.
Rust, rust, rust. Dat is waar een kat van houdt. Geen telefoon waar met getril en geping berichtjes op binnen komen, geen hard geluid van de televisie en geen speakers waar muziek uit schalt. Katten hebben betere oren dan een mens en vangen meer tonen op. Houd de omgeving zo rustig mogelijk en een kat voelt zich veilig genoeg om lekker bij je te komen liggen.
Speel met je kat. Een goede band met je kat betekent dat hij graag bij je wil zijn. Met spelen bouw je die band op, mits je hem in het spel regelmatig – maar niet steeds – laat 'winnen'.
Niet staren. Een kat kan jou doordringend aankijken, maar doe dat niet bij je kat. Hij kan zich daardoor geïntimideerd voelen, en dan voelt hij zich op jouw schoot niet veilig.
Geen dwang. Als de kat niet wil dan wil hij niet. Door hem te dwingen verlies je juist dat wat je nodig hebt om van een kat een schootkat te maken: vertrouwen. Wacht rustig tot de kat naar jou komt in plaats van hem op schoot te tillen. Als je hem dwingt is hij binnen tien seconden toch weer weg en heb jij waarschijnlijk de nagelafdrukken in je been.
Even proberen. Een beetje in tegenspraak met het vorige punt: til je kat voorzichtig op schoot als hij nog nooit op schoot heeft gezeten. Dan weet hij hoe gezellig het samen is en hoe fijn jouw warme schoot en aaiende handen zijn. Doe dat op een moment dat de kat rustig is, til hem heel kalm op en praat zachtjes tegen hem. Met kittens is dat makkelijker dan met een volwassen kat. Kittens hebben hun 'slaapmomenten' en kunnen daar waar ze spelen zomaar in slaap vallen. Als je hem dan op schoot zet en rustig door laat slapen weet hij voor een volgende keer dat jouw schoot ook een veilige slaapplaats is.
Accepteer dat niet alle katten een schootkat zijn of willen worden. Sommige dieren hebben dat gewoon niet in zich, ook al kun je dat niet zien als ze nog kitten zijn. Accepteer dat en ga je kat niet dwingen. Dat levert stress op bij de kat en bij jou, en dat verstoort de verder zo fijne relatie.