Op straat zie je iemand met een prachtige jurk. Maar in winkels en online kun je hem nergens vinden. Of misschien vind je hem wel, maar gaat het prijskaartje je budget te boven. Daar kun je je bij neerleggen, of zelf met naald en schaar aan de slag. Zelf kleding maken is leuk, voordelig en geeft veel voldoening.
Als je zelf je kleding maakt heb je altijd unieke dingen in je kledingkast hangen die je echt mooi vindt. Je hoeft je bankrekening niet te plunderen voor die schitterende designerjurk en je weet zeker dat wat jij draagt verantwoord is. Bovendien is zelf iets maken heel bevredigend en geeft het een ‘boost’ aan je zelfvertrouwen. Hoe leuk is het namelijk als iemand je een compliment geeft over de trui of kleurrijke rok die je zelf gemaakt, en misschien ook zelf ontworpen, hebt?
Wil je beginnen met het maken van je eigen kleding, maar weet je niet (goed) waar je moet starten? Met onze slimme tips en boodschappenlijstje kun je meteen beginnen.
- Loop niet te hard van stapel. Een schitterende blouse is een mooi streven, maar als beginner kan je beter eerst oefenen op iets dat wat eenvoudiger is. De basis onder de knie krijgen is belangrijker dan gelijk willen knallen. Online vind je genoeg leuke patronen op beginnersniveau, en medewerkers van handwerkzaken helpen je graag op weg met tips of een goed boek die je de basis uitlegt. Ken je mensen die zelf kleding maken? Je kan hen natuurlijk ook om advies vragen, of je aansluiten bij een hobbyclub voor mensen die zelf kleding maken.
Op die manier kan je rustig opbouwen naar moeilijkere patronen.
- Gebruik een stof die je makkelijk kunt bewerken. Je hebt stoffen in alle soorten en maten. Stoffen die uitrekken, zoals gebreide stoffen en stretch, zijn lastiger te bewerken dan geweven stoffen. Geweven stoffen blijven makkelijker in model. Als beginner kun je dus beter starten met deze stoffen.
- Leer meten. Alleen met de juiste maten kun je een goed zittend kledingstuk maken. Zeker als beginner die (nog) niet met stretch stof werkt moeten de maten kloppen. Online vind je veel voorbeelden met duidelijke afbeeldingen over hoe je bepaalde delen van je lichaam het beste kunt meten, zoals op wikiHow.
- Kijk naar hoe anderen het doen. We noemden al de tips die je kunt vragen aan mensen in je omgeving die kleding maken of aansluiten bij een hobbyclub. Maar er zijn ook naaicursussen die je kunt volgen en online tutorials. Er zijn ook vloggers en bloggers die stap voor stap hebben vastgelegd hoe zij zelf kleding leerden maken.
- Zet door. Tenzij je een echt natuurtalent bent gaat een eerste poging nooit helemaal perfect. Of misschien kijk je zelfs wel naar het resultaat en verdwijnt het vervolgens in de kledingbak. Maar, daardoor laat jij je niet tegenhouden! Niemand maakt in één keer de perfecte jas, rok of broek. Zie het als een leerschool, leer van de onvolkomenheden in het kledingstuk en je doet het de volgende keer beter.
- Zorg er voor dat je alle spullen in huis hebt. Niets is zo vervelend dan halverwege te moeten stoppen omdat je het juiste garen niet in huis hebt, of omdat blijkt dat een gewone schaar rafels maakt in de stof en je beter een speciale kledingschaar kunt gebruiken.
Welke materialen heb je nodig voor het maken van kleding? Als je onderstaande checklist afvinkt heb je alles in huis om unieke kledingstukken te maken.
- Meetlint. Dat kan er eentje op een rol zijn, maar ook een los lint.
- Krijtpotlood. Hiermee markeer je maten of teken je patronen op de stof. Het krijt kun je gemakkelijk van de stof vegen.
- Carbonpapier. Hiermee kun je patronen 'overdrukken' op de stof. Daarvoor kun je een raderwieltje gebruiken.
- Patroonpapier. Daarvoor kun je gewoon papier gebruiken, maar er bestaat ook papier met voorgedrukte ruiten,
zodat het tekenen van een patroon makkelijker is.
- Potlood, gum, liniaal, puntenslijper. Alles dat je nodig hebt voor het tekenen van patronen op papier. Het potlood kan beter een iets zachtere punt hebben om te voorkomen dat je door het papier drukt. De lijnen zijn ook eenvoudiger uit te gummen.
- Stoffenschaar. Dit is een ander soort schaar dan een papierschaar. Het beste kun je er eentje kiezen die langere snijbladen heeft (tussen de twintig en dertig centimeter) zodat je in soepele bewegingen door de stof kunt knippen.
- Papierschaar. Deze heb je nodig om de patronen uit te knippen.
- Naaischaar. Dit zijn kleine schaartjes die je gebruikt om losse draadjes af te knippen of kleine knipjes in het naaiwerk te maken.
- Naaimachine. Een onmisbaar item om zelf kleding te maken. Daarvoor kun je kiezen uit een naaimachine-uit-grootmoeders-tijd, die, mits goed onderhouden, prima geschikt is voor een rechte en zigzag steek. Wil je wat meer mogelijkheden dan kan je beter kiezen voor een moderne naaimachine.
- Naalden. Hoe hoger het nummer van de naald des te fijner (dunner) hij is. Je kunt assortimentsdoosjes kopen met daarin diverse lengtes en diktes. Dan weet je zeker dat je altijd de juiste naald in huis hebt.
- Rijgnaald. Dit is een naald met een stompe punt en een groot oog. Je gebruikt hem om twee stukken aan elkaar te rijgen.
- Vingerhoedje. Zeker als je beginner bent bestaat de kans dat je je meer dan eens in je vinger prikt. Een vingerhoedje beschermt je daar tegen.
- Spelden. Roestvrijstalen, scherpe, dunne spelden zijn het meest ideaal. Deze beschadigen de stof niet.
- Tornmesje. Dit gebruik je om stiksel los te tornen. Een tornmesje heeft een gevorkt uiteinde en een scherp randje dat dient als mesje. Tornmesjes zijn er in verschillende maten voor lichtere en zwaardere stoffen.
Ze kunnen ook goed gebruikt worden voor het opensnijden van knoopsgaten zonder dat je de stof beschadigt.
- Garen. Hiervoor zijn assortimentsdozen verkrijgbaar, maar je kunt ook losse spoeltjes kopen als je een specifieke kleur zoekt die past bij de stof die je gebruikt. Merkgaren is vaak beter, dat gaat niet pluizen.
- Rijggaren. Dit is dikker garen dat je gebruikt met een rijgnaald.
- Strijkijzer en -plank. Handig als je er voor kiest de naden van een kledingstuk te persen.
