De meeste groenten zijn het hele jaar door verkrijgbaar. Zomer en winter vinden we prei, bloemkool en boontjes op de groenteafdeling en bij de groenteboer. Ook als het er eigenlijk niet het seizoen voor is. Omdat er vraag is naar deze groenten worden deze in kassen geteeld of geïmporteerd. We zijn daardoor niet meer afhankelijk van het seizoen om te bedenken wat we elke avond op tafel zetten. Toch zouden we dat misschien beter wel kunnen doen. Omdat het beter is voor onze portemonnee, voor onszelf en het milieu.
Wat is een seizoensgroente
Een seizoensgroente is een groente die je het beste kunt eten in een bepaald seizoen. Iedere groente heeft een bepaalde groeiperiode die samenhangt met het klimaat. In die periode zijn groenten op hun best, hun lekkerst en gezondst.
Sperzieboontjes en spruiten bijvoorbeeld, kun je het hele jaar door kopen omdat deze groenten geteeld worden in kassen of worden geïmporteerd uit het buitenland. Maar spruitjes groeien in de zomer in Nederland niet in de volle grond. Eet je spruiten in de zomer, dan eet je dus geen seizoensgroente.
Meer voedingsstoffen in het seizoen
Bovendien bevatten groenten in 'hun' seizoen meer voedingsstoffen dan wanneer ze buiten het seizoen geteeld worden. Spinazie bijvoorbeeld, bevat 55 procent meer vitamine C in het najaar. Dat is slim, want in die tijd begint vaak het griepseizoen en kun je wat extra vitamine C gebruiken voor je weerstand. In het voorjaar zijn de worteltjes rijp. Deze bevatten Bètacaroteen, dat je beschermt tegen schade van zonnestralen. De natuur heeft dus goed uitgekiend wanneer wij wat nodig hebben.
Ook ons lichaam weet vaak wat goed voor ons is. Op een warme zomerdag heb je geen zin in een bord stamppot of in spruitjes, maar heb je meer trek in een salade. Wij zijn van nature nog steeds ingespeeld op de seizoenen, ook al bieden supermarkten ons een veel ruimere keuze dan alleen seizoensgroenten.
Waarom seizoensgroenten goed voor jou en het milieu zijn.
– Seizoensgroenten zijn vers geoogst. Hoe verser een groente, des te lekkerder hij is en des te meer voedingswaarde hij bevat. Veel mensen dragen als voordeel ook aan dat je veel 'natuurlijker' eet omdat je leeft met de seizoenen, net zoals onze voorouders dat deden.
– Seizoensgroenten zijn beter voor het milieu. Als je eet met de seizoenen, dan koop je geen groenten die geïmporteerd zijn. De groenten hoeven dus niet (ver) vervoerd te worden, wat een minder grote belasting legt op het milieu. Dat is fijn als jij je ecologische voetafdruk wilt verminderen.
– Het is beter voor je portemonnee. Minder vervoer betekent minder transportkosten die worden doorberekend in de prijs. Bovendien is er vaak een grote hoeveelheid groente beschikbaar, waardoor de prijs dus niet opgedreven wordt door schaarste.
– Je steunt lokale telers. Seizoensgroenten worden in Nederland geteeld, dus steun je de Nederlandse economie.
De seizoensgroenten van juni
– Asperges, wit en groen. Dit is een beetje afhankelijk van de weersomstandigheden, maar meestal heeft het aspergeseizoen nog een mooi staartje in de maand juni.
– Aardappelen (nieuwe oogst)
– Prei
– Spinazie
– Tuinbonen
– Venkel
– Kropsla
– Komkommer
– Bloemkool
– Rabarber
– Postelein
– Spitskool
De seizoensgroenten van juli
– Aardappelen (nieuwe oogst)
– Bloemkool
– Kropsla
– Spinazie
– Broccoli
– Bosui
– Prei
– Rode bietjes
– Rucola
– Sperzieboontjes
Seizoensgroentensoep
Wat heb je nodig voor vier personen.
– Vijf bosuitjes, in ringetjes
– Een prei, in ringetjes
– Halve bloemkool, in roosjes
– Halve venkelknol, in reepjes
– Twee middelgrote aardappelen, in kleine blokjes gesneden
– Peper en zout
– Twee tuinkruiden bouillonblokjes
– Vierhonderd gram soepvlees of gehakt in balletjes
– Olijfolie
Verhit een stoofpot of soepketel op een matig vuur, voeg een scheut olijfolie toe en stoof de bosui. Voeg vervolgens de prei toe.
Voeg het vlees, de bloemkool, venkel en aardappel toe en laat even mee stoven.
Maak de bouillon klaar zoals op de verpakking staat en voeg deze toe. Houd je van een dikkere soep, kies dan voor wat minder water. Heb je liever een dunnere soep, voeg dan wat extra water toe. Doe er peper en zout naar smaak bij. Eventueel kun je ook wat verse tuinkruiden toevoegen, zoals peterselie en bieslook.
Laat het geheel op een matig vuur en onder af en toe doorroeren gaar koken.
Seizoenssalade
Wat heb je nodig voor vier personen.
– Vijfhonderd gram kropsla
– Driehonderd gram tuinbonen
– Een komkommer
– Bosuitjes
– Driehonderd gram radijsjes
– Vier eieren
– Eetlepel citroensap
– Verse dille
– Verse bieslook
– Peper en zout
– Vijf eetlepels mayonaise of (volle) yoghurt
Kook de eieren tot ze hard zijn. Laat ze goed afkoelen, pel de eieren en snijd ze in kwarten.
Kook de tuinbonen tot ze gaar zijn. Verse tuinbonen hebben geen lange kooktijd! Laat de tuinbonen afkoelen.
Snijd de radijsjes in plakjes en de komkommer in halve maantjes. Verwijder de zaadjes van de komkommer. De bosui snijd je in dunne ringetjes.
Was de kropsla, laat de bladeren goed uitlekken en scheur ze voorzichtig in stukken.
Snijd de bieslook en dille in stukjes.
Doe de sla, ui, komkommer, radijs, tuinbonen en bieslook in een grote kom.
Meng een dressing van de mayonaise of yoghurt, het citroensap en de dille. Voeg naar smaak peper en zout toe. Meng de dressing voorzichtig door de salade. Leg de kwarten ei op de salade.
