Aan het einde van je geld houd je nog een stukje maand over... Je moet iedere euro omdraaien en aan sparen hoef je al helemaal niet te denken. Dan wordt het tijd je te verdiepen in budgetteren. Wat komt er aan geld binnen, waar geef je het aan uit en waar kun je besparen? We zetten een aantal handige tips voor je op een rijtje.
Vroeger hielden veel mensen een huishoudboekje bij. Bonnetjes gingen in een mapje en aan het einde van de maand werd opgeschreven welk bedrag waar aan werd uitgegeven. Met de opkomst van pinnen, contactloos betalen en het digitaliseren van bankzaken is dat een beetje verwaterd. Het zorgt er wel voor dat je soms meer uitgeeft dan je denkt, en je dus aan het einde van de maand tot de conclusie komt dat je krap bij kas zit.
Wat is budgetteren?
Met budgetteren kijk je hoeveel je maandelijks aan een bepaald doel wilt besteden en of het realistisch is. Hoeveel wil je kwijt zijn aan boodschappen, welk bedrag wil je opzij leggen om te sparen? Met budgetteren stem je de inkomsten en uitgaven beter op elkaar af.
Beginnen met een begroting
Budgetteren begint met het maken van een begroting. Hierin zet je de inkomsten en uitgaven op een rij. Hoeveel ben je kwijt aan vaste lasten, wat gaat naar de maandelijkse boodschappen, wat geef je uit aan kleding, aan brandstof of aan uitgaan? Op deze manier zie je hoeveel je overhoudt of wat je tekort komt.
Een begroting maken is slim als je iedere maand geld tekort komt. Maar ook als je maandelijks goed uitkomt is het handig. Je kunt op die manier bijvoorbeeld 'sluimerposten' traceren. Dat zijn kostenposten waarvan je niet wist dat je ze had of waarvan je vindt dat daar best wat minder geld naar toe kan. Abonnementen op magazines en streamingdiensten bijvoorbeeld, of een lidmaatschap via automatische incasso op een sportschool waarvan je niet eens meer wist dat je hem had.
Begroting voor variabele uitgaven
Een begroting maken voor vaste lasten is vrij eenvoudig, maar hoe doe je dat voor variabele uitgaven, zoals boodschappen, kleding of een avondje stappen? Pak je bankafschriften er bij en kijk naar het afgelopen half jaar. Wat heb je toen aan de verschillende variabele posten uitgegeven? Neem daar het gemiddelde van en je hebt je bedrag voor de begroting. Is het lastig nakijken op je afschriften omdat je vaak contant betaalt? Houd dan vanaf nu een paar maanden bij wat je uitgeeft aan deze posten en neem daar het gemiddelde van.
Snijd in je vaste lasten
Heb je de begroting compleet en heb je gesneden in je sluimerposten? Kijk dan eens naar je andere vaste lasten. Zijn je verzekeringen nog wel up to date, of betaal je bijvoorbeeld nog voor de kinderen die al het huis uit zijn en hun eigen verzekering hebben? Is een all-risk verzekering wel nodig als jouw auto al twintig jaar oud is? En lees je werkelijk al die kranten of tijdschriften, of is het slim om een van de abonnementen op te zeggen en de rest te delen met de buren?
Geld uitgeven is keuzes maken. Zie je dat geweldig mooie truitje? Vaak is kleding een impulsaankoop, en hebben we al een paar leuke truitjes in de kast hangen. Blijf er even naar kijken, of doe eerst de rest van de boodschappen. Wil je daarna het truitje nog, of is de impuls gezakt?
En kijk ook naar de boodschappen. Hoeveel geld gaat daar naar toe, en kun je daar op besparen? Koop je vaak kant-en-klaar maaltijden? Vers is goedkoper en vaak ook gezonder. Of ga slimmer inkopen, kies wat vaker voor goedkopere maaltijden en blader de folder met aanbiedingen goed door.
Heb je alle vaste lasten onder de loep genomen, dan wordt het tijd voor het opstellen van het huishoudboekje, het echte budgetteren.
De klassieker
Zet alle inkomsten en uitgaven naast elkaar in een kasboek, ouderwets met pen en papier. Het voordeel is dat je hier heel bewust mee omgaat en de tijd neemt om er voor te gaan zitten. Nadeel: als je niet dagelijks een tijdstip kiest om alles te noteren en controleren, kun je dingen vergeten.
Apps
Het digitale huishoudboekje heb je altijd bij je, kan je overal controleren om te zien of je een bepaalde uitgave kunt doen en kan je zelfs in de winkel al bijwerken als je iets hebt gekocht. Even zoeken op internet en je vindt een wereld aan apps die je helpen met budgetteren. Voorbeelden zijn MijnGeldzaken Huishoudboekje, GoodBudget en Money Manager. Welke app het beste is, hangt af van jouw voorkeuren en wensen. Zoek er een paar op, bekijk ze goed en kies welke bij jou past. Ook banken bieden vaak in hun online omgeving de mogelijkheid te budgetteren.
50-30-20
Schrijfster Elizabeth Warren verzon een formule voor budgetteren: 50-30-20. Deze formule geeft aan hoe je het geld dat je binnen krijgt het beste kunt verdelen. De getallen staan voor percentages.
- Vijftig procent van je inkomsten gaan naar vaste lasten zoals de hypotheek of huur, de boodschappen en de elektriciteitsrekening.
- Dertig procent gaat naar leuke dingen. Dit is het geld om van te genieten.
- Twintig procent leg je opzij om te sparen voor later. Dat kan voor veel later zijn, maar ook voor onverwachte uitgaven, zoals een wasmachine die stuk gaat.
Is vijftig procent niet genoeg voor de vaste lasten? Check dan of je die uitgaves kunt beperken, door bijvoorbeeld naar de eerder genoemde sluimerposten te kijken. En, wie prijzen vergelijkt, betaalt altijd minder en bespaart meer.
