Food & Drinks

Natuurwijn: de beleving van pure wijn

donderdag, 21 juli 2022
Heb je hem al gezien bij de slijter of in het wijnschap van de supermarkt? De natuurwijn is een wijn in opkomst. Natuurwijnen – of 'vin nature' – staan op wijnkaarten van de betere restaurants en ze komen voorbij in populaire vlogs en bij bloggers. Je kan er bijna niet omheen – natuurwijnen hebben vaak een expressief, kunstzinnig etiket dat opvalt tussen de andere labels. Het zijn pure wijnen die het verhaal vertellen van de eerste ranken die in de grond werden gezet tot het moment dat de gebottelde wijn het wijnhuis verlaat. En dat proef je.

Zijn niet alle wijnen een natuurlijk product? Er mogen immers geen toevoegingen gedaan worden, anders mag je het geen 'wijn' meer noemen. Dat klopt helemaal. De 'natuur' in natuurwijn heeft niet alleen betrekking op de inhoud, maar ook op het proces dat de wijn heeft ondergaan van het moment dat de eerste druiven verschijnen aan de ranken tot de wijn wordt gebotteld. Natuurwijnen zijn gemaakt met zo min mogelijk ingrepen van de wijnmaker, zowel op de wijngaard als tijdens het proces van wijnmaken. Veel handelingen worden met de hand uitgevoerd, de wijn bevat geen of zo min mogelijk toegevoegde sulfieten en er worden geen extra gisten gebruikt.

Een duik in de geschiedenis van natuurwijn
Hoewel natuurwijnen steeds meer aan populariteit winnen is het fenomeen niet nieuw. In de jaren tachtig van de vorige eeuw ontstond een beweging die inging tegen de toenemende groei van industriële wijnen. Deze wijnen stonden ver af van de oorsprong van wijn met hun handgeplukte oogst op een kleine wijngaard die met zorg en aandacht onderhouden werd, het maakproces in een boerenschuur op het Franse platteland en de flessen met zelf opgeplakte etiketten. Eerlijke wijn, gemaakt met een eerlijk proces waarin je het karakter van de streek proeft.

Industriële wijn betekende grote wijngaarden waar chemische bestrijding nodig is, enorme vaten wijn waar middelen aan toegevoegd worden omdat de wijn anders niet smaakt zoals voorgaande jaren. Want de consument wil vaak weten wat hij koopt en niet verrast worden door een afwijkende smaak van de wijn die hij al jaren koopt. Bovendien is conserveringsmiddel nodig omdat de wijn goed houdbaar moet blijven tijdens transport en in de voorraadkast van de consument. Terug naar de bron dus, terug naar de natuur. Met natuurwijn, of 'vin nature' zoals de Fransen het noemen.

Hoe smaakt natuurwijn?
Natuurwijnen zijn vanwege het proces meer of minder troebel – één van de 'regels' van het maken van natuurwijn is dat de wijn niet of minimaal geklaard mag worden. Bij het klaren van wijn wordt de vloeistof helder gemaakt. Dat kan gedaan worden door middel van het toevoegen van een zogenaamd klaringsmiddel, of door het filteren van de wijn. Een natuurwijn heeft dus een pure, ongefilterde smaak. Meestal heeft die smaak aardse tonen en kan ook een beetje zuurder zijn dan 'gewone' wijn omdat er niets aan de wijn toegevoegd wordt om de zuurgraad te veranderen. Wat absoluut niet betekent dat de wijn naar azijn smaakt! De smaak van de wijn is intenser, complexer en expressiever en je proeft vaak de karakteristieke smaak van de regio of zelfs de wijngaard waar de druiven tot rijping zijn gekomen. Omdat er niets wordt gedaan aan de grond – geen kunstmest, irrigatie en chemische bestrijdingsmiddelen – kan het best zijn dat dezelfde natuurwijn jaar na jaar een beetje anders smaakt.

Hoe herken je natuurwijn?
'Natuurwijn' heeft overigens geen wettelijke status. In principe mag iedereen dus 'natuurwijn' op het etiket zetten. Wil je zeker weten dat je een natuurwijn koopt, kijk dan altijd eerst even op de website van het wijnhuis. Of kijk op het etiket. Staat er dat het biologisch, biodynamisch, veganistisch of ecologisch is? Deze termen zijn wel wettelijk beschermd. Ze zijn dan nog steeds niet per definitie een natuurwijn, maar de kans is wel aanzienlijk groter. Daarom is een snelle check op internet altijd verstandig.

Criteria voor natuurwijnen
Geen wettelijke status dus, maar wel zijn er criteria vastgelegd voor verschillende verenigingen van wijnproducenten die natuurwijnen maken.

* de druiven moeten met de hand geplukt zijn, machinale pluk is niet toegestaan.
* de druiven moeten biologisch of biodynamisch verbouwd worden.
* er mag niet geïrrigeerd worden.
* er mag geen gebruik worden gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest.
* de zuurgraad van de wijn mag niet aangepast worden.
* er mogen geen toevoegingen aan de wijn gedaan worden om de smaak aan te passen.
* er mag geen gebruik gemaakt worden van chemische gisten. Alleen 'wilde gisten' zijn toegestaan.
* de wijn mag niet rijpen op nieuwe eikenhouten vaten omdat dit de smaak beïnvloedt.
* er mogen geen of maar zeer weinig sulfieten aan de wijn toegevoegd worden.
* de wijn mag niet of minimaal geklaard worden.

Natuurwijn en biologische wijn
De start is hetzelfde, de wijnboer mag geen gebruik maken van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Maar na de pluk mag een biologische wijnboer gebruik maken van bijvoorbeeld rijping op nieuwe eikenhouten vaten, melkzuurbacteriën toevoegen of zelfs fabrieksgisten. Een natuurwijnboer mag dat niet. Een natuurwijn is dus altijd een biologische wijn maar een biologische wijn niet per definitie een natuurwijn. Natuurwijn gaat een stapje verder dan biologische wijn. En dat proef je.