Slakken
Home & Garden

Hoe kom je op een natuurlijke manier van slakken af?

maandag, 26 juni 2023
Slakken zijn de opruimers van de natuur. Hoewel ze er niet altijd fijn uitzien, zijn het heel nuttige dieren die ons helpen de tuin en de grond gezond te houden. Ze eten bijna alles, van dood organisch materiaal tot dode dieren zoals regenwormen. Maar ze hebben een voorkeur voor vers groen ... Dat maakt de naaktslak en de huisjesslak tot vijand nummer 1 van de (moes)tuin. Aangevreten sla en kool, aardbeien die hol blijken van binnen, jonge planten die gereduceerd zijn tot kleine sprietjes... Dan zijn we slakken liever kwijt dan rijk.
 
Alle naaktslakken zijn dol op verse, groene blaadjes en vruchten zoals aardbeien en frambozen. Van de huisjesslakken zijn dat de wijngaardslak en de segrijnslak. De wijngaardslak is een vrij zeldzame slakkensoort in Nederlands, de segrijnslak is de meest voorkomende slak met een huisje in ons land. Alle andere huisjesslakken laten planten met rust en doen zich liever tegoed aan algen, schimmels en afstervende planten.
 
Gelukkig bestaan er verschillende manieren om slakken op een natuurlijke manier uit de tuin te weren. Daarbij hoeft de slak niet het leven te laten of te laten lijden. Geen zout strooien, maar op zoek naar natuurlijke vijanden die graag een slak lusten. Doe je voordeel met onze vijf natuurvriendelijke tips om slakken in de tuin te weren
 
Houd het droog
Slakken houden van een vochtige omgeving. Hun lichaam bestaat voor een groot deel uit water, en als de omgeving (heel) droog is verliezen ze snel vocht. Daarom zie je ze nauwelijks overdag, als de zon schijnt en de grond droog is. Maar ook in de nacht zie je ze in langere perioden van droogte niet. Ze schuilen dan op koele, vochtige plekken zoals de composthoop of onder stenen. Valt er een buitje, dan komen ze hun schuilplaats uit om te eten. Aan het weer kun je niets doen, maar op mooie dagen heb je wel invloed op de grondvochtigheid. Als je de planten in de late middag of avond water geeft dan hebben de slakken in de nacht een lekker vochtige grond om over te kruipen. Geef de planten in plaats daarvan in de ochtend water, zodat de grond weer droog is als de nacht valt.
 
Plaats geen aantrekkelijke planten
Het is een open deur, maar hier komt hij toch: plaats geen planten waar slakken van houden. Sla, jonge tomatenplantjes, jonge zonnebloemen, sperziebonen, courgette; slakken zijn er dol op. Op afstand ruiken ze de planten en gaan er op af. Sterk ruikende planten zoals Oost-Indische kers, salie, lavendel, geranium en goudsbloem houden slakken juist op afstand.
 
Trek natuurlijke vijanden aan
Merels lusten graag huisjesslakken. Ze pakken ze van de grond, vliegen er de boom mee in en slaan het huisje tegen een boomtak kapot om bij de slak, die zich terug getrokken heeft in zijn huisje, te komen. Ze slaan de huisjes ook wel tegen een steen of laten hem vanuit een tak op de grond vallen om het huisje kapot te krijgen. Eksters, spreeuwen en lijsters houden ook veel van slakken. Een vogelvriendelijke tuin (met in de zomer een lekker vogelbadje) is dus ook nog eens goed tegen slakken! Ook kikkers, padden, egels, spitsmuizen, loopeenden en kippen eten graag slakken.
 
Water met knoflook
Je maakt knoflookwater door een liter water met twee bollen knoflook te koken. Dit water heeft een sterke geur waar slakken niet van houden. Bespuit de planten met het knoflookwater. Dit houdt de slakken een tijdje op afstand. Het heeft geen invloed op de grond en is niet schadelijk voor het milieu of de planten, dus je kunt het besproeien een aantal keer per jaar herhalen.
 
Verplaats de slakken
Vind je het niet erg om slakken op te pakken, verplaats dan iedere slak die je niet in de (moes)tuin wilt hebben. Bijvoorbeeld door na een regenbui de slakken met een lepel in een emmer te scheppen, of door meloenschillen in de tuin te leggen om de slakken aan te trekken, waarna je ze verplaatst. Zet ze in ieder geval twintig meter verderop uit, dan is de kans veel kleiner dat ze terug komen. Houd je dit een aantal jaar vol, dan zie je dat het aantal slakken afneemt. Zie je slakkeneitjes? Dit zijn wittige bolletjes. Verplaats die dan ook! Slakkeneitjes hebben ongeveer drie weken nodig om uit te komen. Na twee maanden zijn de slakken volwassen. Je vindt de eitjes vaak op donkere, vochtige plekken, drie tot vier centimeter in de aarde. Je moet de aarde dus voorzichtig loswoelen om ze te vinden. Een legsel kan al snel vierhonderd eitjes tellen. Omdat slakken relatief snel volwassen zijn, kunnen ze zich ook snel voortplanten. Aan het einde van het jaar heb je dus gemakkelijk drie generaties slakken in de tuin.
 
Bonustip: bier
Slakken zijn dol op bier. Graaf ondiepe kuiltjes, zet hier bakjes in en giet daar een bodempje bier in. De slakken komen op de geur af, glijden in het bier en kunnen niet meer uit het bakje komen. Controleer je om de paar uur de bakjes, dan kun je de slakken er levend uit halen en verderop uitzetten. Maar let op: laat je de slakken er te lang in zitten, dan gaan ze dood.
 
Het 'zware geschut'
Soms werken natuurlijke middelen niet, of zijn er gewoon te veel slakken. Dan zijn er zwaardere middelen om in te zetten.
 
• We noemden al even het strooien van zout. Dit is echter een zeer slak-onvriendelijke manier. De diertjes worden aangevreten door het zout en sterven een langzame dood.
• Slakkenkorrels. Deze worden opgegeten door de slakken, waarna ze sterven. Kies je hiervoor, neem dan een korrel op natuurlijke basis. Vogels en egels lusten graag slakken, en als zij een slak eten die niet-biologische korrels heeft gehad (met gif), kunnen ze daar ziek van worden. Bovendien kunnen dieren zoals honden of vossen de korrels aan hun poten krijgen en ze er af likken. Van niet-biologische korrels kunnen ze ziek worden.
• Aaltjes. Zogenaamde 'nematoden' zijn aaltjes die in de grond leven. Het zijn parasieten die een slak binnen dringen, waardoor de slak sterft.
• Koperband (ook wel 'kopertape') is een effectief middel om slakken uit bloempotten te weren Je spant of plakt de band om een pot. Slakken houden niet van koper omdat ze bij het aanraken van dit metaal een lichte stroomprikkel voelen.
• Scherp grint of schelpengruis. Een cirkel van grint of schelpen weert slakken. Ze kunnen er niet over heen kruipen omdat het in de zachte onderkant van hun lichaam prikt.