Limoncello is een populaire Italiaanse likeur met een frisse citroensmaak. Het kan gemakkelijk thuis worden gemaakt en gebruikt worden in verschillende gerechten, zoals tiramisu en amandel-citroentaart.
Food & Drinks

Maak je eigen limoncello

donderdag, 2 november 2023

Je kent ze vast wel, de doorzichtige flessen met gele inhoud en een leuk etiket. We hebben het natuurlijk over limoncello. De zachte, frisse smaak, de vrolijke kleur; heerlijk als digestief, maar ook perfect als zomers drankje. Hoewel limoncello in Nederland echt in opkomst is, wordt hij al heel lang gedronken in Zuid-Italië.

Limoncello drink je, bij voorkeur ijskoud, maar kun je ook gebruiken in talloze gerechten. Laten we in de interessante geschiedenis van deze alcoholische drank duiken en twee onweerstaanbaar lekkere recepten met je delen.

De pure smaak van Zuid-Italië
De eerste limoncello werd gemaakt in het zuiden van Italië, rond de Golf van Napels, langs de Amalfikust en het eiland Capri. Limoncello is een likeur die gemaakt is van citroenschillen, alcohol en suiker. Het alcoholpercentage ligt tussen de 25 en 36 procent. Wil je gaan voor de echte limoncello, dan kies je voor limoncello gemaakt van biologische citroenen uit de omgeving van het Italiaanse Sorrento. Waarom precies daar? Dat heeft alles te maken met de grondsoort, het klimaat en de hoeveelheid zon die de citroenen krijgen, elementen die je volgens de echte kenners van limoncello terug vindt in de smaak van de drank. Pure smaken komen bij elkaar: fris, zuur en zoet. Er wordt, over het algemeen, geen gebruik gemaakt van smaakversterkers.

Limoncello vind je tegenwoordig bij bijna alle slijterijen. Als je gaat voor de echt lekkere limoncello, kijk dan goed naar waar hij gemaakt is, op welke manier en in welke verhoudingen. De lekkerste likeur is ambachtelijk gemaakt met de juiste verhouding alcohol, suiker en citroen, met biologische Sorrento citroenen. Limoncello die met deze citroenen gemaakt is, mag de beschermde naam Liquore di Limone di Sorrento IGP dragen.

Je eigen brouwerij
Limoncello kun je kopen, maar je maakt de gele drank net zo makkelijk thuis. Zoveel Italiaanse families, zoveel familierecepten, die voornamelijk van elkaar verschillen in de gebruikte verhoudingen tussen de drie ingrediënten. We geven een algemeen basisrecept, waarmee je zelf met de verhoudingen kunt experimenteren.

Wat heb je nodig
– 1 liter alcohol
– 15 citroenen, bij voorkeur biologisch
– 600 gram suiker
– 1,2 liter bronwater
– dunschiller
– weckpot van ongeveer 1,5 liter
– zeef

Zo ga je te werk
Was de citroenen en boen de schillen onder stromend koud water voorzichtig met een schuursponsje. Droog de citroenen. Schil de citroenen met een dunschiller en zorg er voor dat je geen witte stukjes mee schilt. In sommige recepten wordt de schil geraspt, in andere recepten mag dat absoluut niet. Raspen gaat sneller, maar je hebt een grotere kans dat er witte stukjes mee komen, en dit kan een bittere smaak aan de drank geven. Doe alle schillen in een weckpot en schenk de alcohol er bij. Laat de weckpot gesloten vijftien tot twintig dagen staan op een koele en donkere plaats.

Breng een pan met de suiker en het water aan de kook. Blijf goed roeren. Als de suiker is opgelost haal je de pan van het vuur en laat je hem afgedekt afkoelen. Voeg het afgekoelde suikerwater toe aan het mengsel van citroenschillen en alcohol. Roer het geheel even en schenk het daarna door een zeef in een gesteriliseerde fles. Sluit de fles goed af en zet hem op een koele en donkere plek.
Na een week is de limoncello goed op smaak en kun je hem drinken.

Wat doe je met de citroenen
Je hebt na het schillen vijftien citroenen over. Jammer om daar niets mee te doen. Met het sap van deze citroenen maak je een heerlijk frisse citroenlimonade. Je kunt de citroenen ook in plakken snijden en in porties invriezen, zodat je altijd een voorraadje citroensap hebt voor gerechten, of schijfjes citroen om aan je glas limoncello of citroenlimonade te hangen.

Limoncello is heerlijk om te drinken, maar wist je dat je de drank ook prima kunt gebruiken in verschillende gerechten? Twee recepten waarin limoncello een smakelijke bijrol speelt.


Tiramisu met een limoncello twist

Dit heb je nodig
– 100 ml limoncello
– 200 ml slagroom
– 200 gr mascarpone
– 50 gram poedersuiker
– 100 gr lange vingers
– 1 el geraspte citroen
– 1 el amandelschaafsel
– ovenschaal van 15 bij 23 centimeter (de maat mag iets afwijken)
– keukenmachine of mixer
– koekenpan met anti-aanbaklaag

En zo ga je te werk
Klop de slagroom tot hij stijf is. Meng hier de mascarpone en de poedersuiker door en klop het tot een coherent mengsel.

Giet de limoncello in een kom en doop hierin de lange vingers. Laat ze er maar enkele seconden in om te voorkomen dat de lange vingers zacht worden. Verdeel de helft van de lange vingers over de ovenschaal. Verdeel de helft van het slagroommengsel over de lange vingers. Leg hier de andere helft van de lange vingers over, die je weer bedekt met de rest van het slagroommengsel. Zet de schaal afgedekt met bijvoorbeeld keukenfolie een uur of langer in de koelkast zodat de tiramisu kan opstijven.

Rooster ondertussen het amandelschaafsel zonder olie of boter in een koekenpan. Strooi vlak voor het serveren het afgekoelde amandelschaafsel en de citroenrasp over de tiramisu.


Amandel-citroentaart

Dit heb je nodig
100 gr bloem
100 gr boter (niet te hard)
100 gram amandelen
100 gr basterdsuiker
200 gr suiker
500 gr mascarpone
2 el poedersuiker
2 citroenen, bij voorkeur biologisch
1 ei
1 eiwit
5 el limoncello
2 velletjes gelatine
zout
koekenpan met anti-aanbaklaag
taartvorm met een diameter van 28 cm (ongeveer), een springvorm is ideaal

Zo ga je het maken
Rooster de amandelen zonder olie of boter in een pan tot ze goudbruin zijn. Laat ze afkoelen en maal ze vervolgens fijn, bijvoorbeeld met een vijzel of met een deegroller.

Doe de gemalen amandelen, de bloem, boter, basterdsuiker, het ei en een mespunt zout in een kom en kneed het tot een glad deeg. Dek de kom met het deeg af, bijvoorbeeld met huishoudfolie, en laat het een uur in de koelkast rusten.

Vet de taartvorm in met een beetje boter en verwarm de oven voor op 175 graden (elektrisch 200 graden). Stuif wat bloem op het aanrecht en rol het deeg uit tot een ronde plak van ongeveer 28 centimeter in diameter. Leg het deeg in de taartvorm (maak geen opstaande rand) en bak deze ongeveer vijftien minuten in het midden van de oven. Haal de taartvorm uit de oven en bestrijk de taartbodem met het eiwit.

Week de blaadjes gelatine in koud water tot ze zacht zijn. Boen ondertussen de citroen voorzichtig met een schuursponsje, droog de citroen en rasp de schil. Knijp het sap uit de citroen. Meng de citroensap en de poedersuiker door de losgeklopte mascarpone. Doe de citroensap en de limoncello in een pan, verwarm het geheel en voeg de uitgeknepen blaadjes gelatine hier aan toe. Roer tot de blaadjes opgelost zijn en giet het mengsel bij de mascarpone.  Roer dit tot een glad geheel en verdeel het over de taartbodem. Zet de taartvorm afgedekt drie uur in de koelkast.

Breng 200 milliliter water aan de kook en los daar al roerend de 200 gram suiker in op. Snijd de tweede citroen in zo dun mogelijke plakjes en roer deze door de siroop. Laat het geheel een half uur zachtjes koken. Rooster ondertussen het amandelschaafsel in een koekenpan zonder olie of boter. Haal de taart voorzichtig uit de vorm, schenk de afgekoelde siroop met citroenplakjes over de taart en strooi daar het amandelschaafsel over.